Polka 

 

De polka heeft iets opvallends: ze klinkt alsof ze altijd al bestaan heeft, maar eigenlijk is ze pas in de 19e eeuw echt tot leven gekomen. Volgens een vaak naverteld Tsjechisch verhaal zou ze rond 1830 zijn ontstaan dankzij Anna Chaidmovà, een vrolijk boerenmeisje dat in Petrovice bij SedlĨany graag danste. Het is een charmant verhaal, perfect voor de romantische sfeer van die tijd, maar historisch klopt het waarschijnlijk niet. Onderzoekers gaan ervan uit dat de polka veel geleidelijker groeide, vanuit oudere Boheemse danstypes.

Van Praag ...

 

Wat wél vaststaat: rond 1835 valt in Praag voor het eerst de naam polka, en daarna gaat het razendsnel. Binnen enkele jaren kent heel Tsjechië de dans. Vervolgens trekt de polka door Europa: eerst naar Wenen, dan naar Sint-Petersburg en uiteindelijk naar Parijs. En daar ontploft het. De Parijzenaars zijn meteen verkocht. Begrijpelijk: de polka bracht een energieke, springerige dynamiek die een einde maakte aan het lange tijd onafgebroken succes van wals en contradans. Het was alsof iemand de ramen had opengezet op een benauwde balzaal.

Na Parijs volgt Londen. Daarna is Europa te klein en steekt de polka de oceaan over: ze belandt in de Verenigde Staten, Canada, verschillende Britse koloniën en zelfs in Zuid-Amerika. Overal dezelfde reactie: dit is nieuw, dit is levendig, dit willen we dansen.

 

 

 

 

tot Vlaanderen

 

Ook in België duikt de polka vroeg op. In 1845 vinden we in een muziekboekje de eerste polkamelodie die hier werd genoteerd, meteen een versie van de zogenaamde originele polka, die in Frankrijk de naam première polka of polka nationale droeg. Vanaf het midden van de 19e eeuw wordt de polka een vaste waarde in de mondaine salons. En zoals dat vaak gaat: wat bovenaan de sociale ladder populair is, sijpelt even later door naar het platteland. In Vlaanderen is de Polka Nationale al in 1845 geliefd.

 

Benieuwd hoe deze Polka Nationale er uit zag  ?  

https://youtu.be/O6fHn1uNqns?si=jJPA2phi7XSHejMw

 

Dankzij balkaarten, balprogramma’s en muziekhandschriften kunnen we de opmars prachtig volgen. Het hoogtepunt ligt tussen 1865 en 1910, een periode waarin componisten talloze polka’s schreven, herschreven en varianten ontwikkelden. In die jaren hoort de polka bij elk goed bal, van stad tot dorp.

Na de Eerste Wereldoorlog verandert het danslandschap. Nieuwe stijlen komen op, andere raken op de achtergrond. Ook de polka voelt dat. Rond 1930-1935 wordt ze nog maar af en toe gespeeld op dorpsfeesten. Toch raakt ze nooit helemaal vergeten. De typische polkapas blijft bekend, blijft vrolijk, blijft uitnodigend. En vandaag? Ook heel wat jonge dansers pakken haar weer op, als een dans die zijn energie nooit verloren heeft.

 

Meer uitgebreide  info vind je in het boek : Dansmelodieën uit de Vlaamse volksmuziektraditie, Polka blz 17 t/m24.